dinsdag 16 februari 2016

Mchulla meets Ahmed

De avond na het festival zit ik een beetje uit te blazen op de baraza (bank) op het grote plein Mkunguni. Swaleh van Trade loopt ook een beetje rond te dwalen en komt naast me zitten voor een praatje. Hij vraagt of ik gewoonlijk in Holland ook voor de ‘government’ werk.  Nadat ik vanmiddag met de gouverneur heb gegeten in het sjieke hotel Peponi  ben ik inderdaad wel helemaal opgenomen in de government. Volgend jaar zijn hier verkiezingen en Mohammed wiens ezels we konden lenen voor het terugbrengen van de hoeden van het kindertehuis, gaat meedoen aan de verkiezingen. Omdat de oudsten van het dorp Matondoni hem gevraagd hebben. Zijn eigen moeder vindt het helemaal geen goed idee. Hij doet het toch maar, geloof ik.

Corrie, de Britse initiatiefneemster van het artcenter van kinderhuis Anidan, maakt zich tijdens het etentje met de goeverneur wel zorgen over haar positie. Ze moet toch neutraal blijven. De gouverneur zit trouwens niet erg op zijn praatstoel. Het is ook de dag van de dhow race die we vanaf het balkon van onze dinerzaal kunnen zien. Maar we zien het vanuit onze stoelen toch net niet helemaal, dus de helft staat bij de aanvang van de race op om naar beneden te kijken om te zien hoe de mannen naar de dhows rennen op het strand. Herbert, organisator, is helemaal verdwenen en komt pas terug halverwege de race om zijn carpaccio op te eten.

Nu is ook de vader van minister van trade, culture en tourism, Samia Omar er ook.  Een gedistingeerde oude man in witte kansu, zo’n jurk tot de grond en natuurlijk met kofia (hoedje) en fimbo (stok). Samia, Corrie en ik praten over het Arts Festival van volgend jaar. We moeten iets voor vrouwen organiseren. Misschien een eigen wedstrijd hoofddoek ontwerpen. Dit jaar deed in elk geval ook de juf Embroidery van Anidan mee aan de Shela Hat Contest. Op een dag kwam ze met een gekke pruikachtige hoed naar Anidan. Ik zei dat ze echt mee moest doen met de wedstrijd. Ze heeft het gedaan. Zag er prachtig uit. Heel gewaagd eigenlijk. Met een gekke hoed maar wel compleet in ‘ninja’zoals de gezichtssluier hier wordt genoemd. En ze won nog een prijs ook. We waren allemaal erg trots.
Op het strand tijdens de wedstrijd maken allerlei mensen kennis met elkaar om verder te werken aan nieuwe kunstprojecten of onderwijs projecten. Zoals de  fundi ya nachi Ahmed die een schooltje wil oprichten voor traditionele kunsten  met Mchulla van de muurschilderingen. Ik heb het gevoel dat ik met gerust hart kan weggaan. Er zijn in elk geval een hoop wensen om samen te werken tussen allerlei partijen uitgesproken.
Het is wel gevaarlijk om nu plannen te maken voor het volgend jaar. Weer een nieuw festival hier, weer veel werk en natuurlijk geen geld, althans niet voor een mzungu. Wij zijn toch gedoemd om vrijwilliger te zijn of nog liever sponsor. In ruil daarvoor krijg je makkelijk toegang tot de government zoals is gebleken en dat is veel waard. Ook een grote verantwoordelijkheid. Ik had het gevoel dat ik kon beslissen wat goed is voor de mensheid… 

Schilderij door een kind van Anidan

Aan het eind van de dag van de workshops voor kunstenaars en leraren zit ik zo’n 80 certificates the signeren.Zo’n veertig voor deze groep kunstenaars en leraren, als bewijs dat ze tijdens het art festival hebben deelgenomen aan de art workshop. Dan nog een stuk of acht voor de scholen die meededen aan de wedstrijd om een hoed of een verhaal over een hoed te tekenen en nog eens dertig voor alle kinderen van Anidan die meededen aan hun zelfgeorganiseerde Junior Hat Contest. Het heeft geen zin om me te verzetten tegen de neiging van de bobo’s hier om alles officieel te maken. En ik merk dat de kunstenaars zelf ook heel graag een certificate willen hebben. Ikhuan en zijn vriend bijvoorbeeld, komen pas om een uur of vijf naar de workshop omdat ze naar school moesten, maar dat ze nu ook geen certificate krijgen vinden ze heel zuur. Ik haal twee certificates uit de enveloppe voor de Junior Hat Contest, volgens mij waren er minder dan dertig deelnemende kinderen in Anidan, en schuif ze onder de neus van Muhaji een van de workshopteachers die heeft toegezegd alle certificaten te kalligraferen.

De workshop begon ook heel officieel. Met Samia Omar en met Sauda Kassim, de twee ministers en ook met de eigenaar van de plek waar we de workshops konden houden. Cyber Garden was eerst een plek voor toeristen om te internetten en wat te drinken, maar met het instorten van het toerisme hier stond het leeg en de eigenaar die de nickname Bush heeft besloot het voor niets te geven aan LATA, de Lamu Arts and Theater Association. Het is best populair, elke avond na vijf uur is er iets van muziek of theater.


De voordracht van Bush was op zichzelf al een stukje theater. Filmmaker Beat ui Zwitserland     die hier ook is op uitnodiging van Herbert en die een kunstdocumentaire maakt, viel met zijn neus in de boter. Ik werd natuurlijk ook gefilmd, door hem. Ik verheug me niet echt op het resultaat. Na de opening waren de media aan de beurt. Televisie en kranten. Dat maakte het geven van de workshops wel hectisch. Je kan namelijk geen nee zeggen tegen de media, heb ik nu geleerd.
De zaal, als je het zo wil noemen zat helemaal vol met kunstenaars en leraren.Het geheel werd bewaakt door soldaten, ook nieuw voor mij.


 Iedereen was er dus. Inclusief het zielige meisje dat niet kan leren maar wel kan tekenen en dat via via aan de workshop mee mocht doen. Ook al was ze volgens eigen zeggen doodverlegen, ze slaagde er wel in haar hele verhaal aan de tv te vertellen. Over hoe zij helemaal niet kan leren en haar jongere broertje en zusje wel en dat haar vader haar dom vindt maar dat ze wel kan tekenen enzovoort. Svetlana die de tekenworkshop ging geven had zich over haar ontfermd. Ze was gelijk begonnen aan een tekening van een hand met een hennaversiering.




















De workshops, uitleg over materialen, verf maken, opspannen van doeken, waren een enorm succes. Sommige leerlingen gingen vanaf het begin hun eigen gang nadat ze wat materiaal hadden gekregen en maakten werk dat ik al kende van de verschillende toeristenshops. Die waren blij met het goede materiaal maar konden ook wel uit de voeten met hun eigen spullen.
De workshop van Mchulla die dus ook Muhaji had meegenomen over design, letters ontwerpen en een ontwerp maken voor een storefront was ook een succes. Naast hem ging de very British Sophie aan de slag met waterverf. 


Sauda Kassim de minister van onderwijs deed aan alle workshops mee en is deze weken dolenthousiast geworden over kunstonderwijs.Tijdens het jureren van de werkstukken voor de Junior Art Competition voor scholen gaf ze mij een enorm compliment dat ik een rolmodel was en ze wilde gelijk met mij en met Carol, de leraar van Anidan naar het eiland Faza (waar ze volgens mij zelf vandaan komt) om daar te beginnen met een kunstproject.












Carol en Mchulla hebben de hele dag geholpen, anders dan Sophie en Svetlana die na hun workshop weer terug zijn gegaan naar het fort. Logisch want die hebben morgen hun opening daar en dus genoeg te doen aan hun eigen werk. Gelukkig kan ik Carol en Mchulla blij maken met materialen. Veel materiaal is trouwens tijdens de workshop verdwenen. Ik heb ook Muhammed uit Matondonig een pakket gegeven. Hij heeft voor mij tijdens de workshop design een enorme tekening met mijn naam gemaakt en mij cadeau gegeven.           


Ik heb besloten op zoek te gaan naar Mchulla Arts, de persoon die achter die naam schuil gaat. De meeste winkelschilderingen zijn van hem en ze zijn ook het sterkste, vind ik. Ik ga hem vragen of hij/zij ook een workshop wil geven tijdens de workshopdag. Weet niet helemaal zeker of het een goed idee is, misschien zullen andere schilders jaloers zijn? Nou ja, dat is eigenlijk altijd wel zo als je iemand eruit pikt.
Ik heb verschillende telefoonnummersgevonden van Mchulla. Het blijkt een team te zijn van twee broers. De oudste broer is nu aan het werk in Nairobi, later heb ik een afspraak met de jongste broer. Hij wil het wel doen maar moet nog met de oudste broer overleggen of het wel ok is. De oudste komt pas de dag voor de workshop terug. Ik heb in elk geval afgesproken dat ik Markers Pens en Manila Paper voor de workshop zal kopen.
Eigenlijk ben ik nu heel tevreden met mijn workshop team. Svetlana uit Rusland met lijntekenen. Sophie uit Engeland met Watercolour. Mchulla over shopdesign en Carol de leraar arts and crafts van Anidan samen met mij over Preparing to Paint. Over opspannen, verf, verschillende bereidingen van verf enzovoort.
Ik weet nog steeds niet zeker of het uitnodigen volgens plan verloopt, maar ik moet maar vertrouwen op de manier zoals het hier gaat. Blijkbaar worden de mensen allemaal mondeling uitgenodigd. Net als ik met Mchulla heb gedaan. Je kan dingen niet alleen maar regelen via de telefoon of een brief.

Of er genoeg tafels zullen zijn en stoelen is voor mij ook een vraag, maar ik doe er maar laconiek over. De muziek na afloop van de dag vind ik te duur. Althans in verhouding en ik heb er ook geen geld meer voor. Waarom moet je voor muziek altijd betalen en voor beeldende kunst niet. Zelfs alle workshops worden gratis gegeven, al weet ik nog niet of ik Mchulla iets (soda yake)  zal moeten geven.





De grote dag van de Junior Hat Contest is aangebroken. De kinderen zijn er in geslaagd om zelf een wedstrijd te organiseren. Op het basketbalterrein is er al muziek (PA system) en er wordt gedanst. 





 De kinderen hebben besloten dat iedereen een medaille moet krijgen, dat betekent dat er nu vlak voor de wedstrijd nog een hoop werk te doen is. Opeens raken de hoedenmakers in paniek en beginnen hun simpele creaties op te leuken met gekleurde veertjes en glitter die tevoorschijn zijn gehaald voor de medailles




Een week geleden ben ik begonnen het idee te introduceren dat zij de hoedenmakers zelf, de wedstrijd zouden organiseren. Zoiets is hier in Kenia nog ongebruikelijker dan in Nederland. Vergelijk het met de wedstrijd die we organiseren voor de scholen van Lamu om een hoed te tekenen. Die laatste wedstrijd wordt van hogerhand verordonneert, de jury en de prijzen worden geregeld. De kinderen hoeven zich alleen aan de regels te houden en zich niet druk te maken over dingen als ‘wie gaat in de jury zitten?’ en ‘hoe komen we aan geld voor prijzen?’ of ‘hoe komen we aan publiek en wat geven we het publiek te drinken?’.
Het wordt een goed feest, alle hoeden worden geshowd, iedereen mag ook nog een dansje doen met de hoeden. De jury kiest uiteindelijk de verkeerde hoeden, zoals elke goede jury betaamd. De echte winnaars, Paolo, Esha en Isaak, gaan zonder beker maar met een medaille weg.Uiteindelijk worden alle hoeden op twee ezels geladen op weg naar Cyber Gardens waar de tentoonstelling van de Junior Hat Contest plaats zal vinden later in de week.

vrijdag 5 februari 2016

Ik ben vaste gast van de internetshop. Meestal is er geen internet, maar gelukkig moet ik ook veel printen. Want het idee van mijn methode voor de Junior Hat Contest is ook dat de kinderen steeds kunnen terugkijken op hoe het project tot dan toe verloopt via foto’s en verhalen die ik elke keer print. Het lukt niet zo goed om met het meisje van de internetshop Swahili te praten, merkt ik al, en nu zegt zij dan ook: I just love to talk English, I even adress my customers in English. Zij is teruggekomen uit Mombassa, vanwege een familieprobleem dat ze niet nader benoemd maar dat haar nog steeds in Lamu houdt. In Mombassa deed ze business, of international business, dat ben ik vergeten. Ze wilde graag weer beginnen te studeren, maar het was wel veel geld. Ik gaf haar de Zidischa tip, want ik zag op de site van Zidischa veel studenten met een biashara die leenden voor collegegeld. Ik zei dat ik benieuwd was naar haar mening. Maar ik ben nog niet terug geweest want ik had niets te printen en het internet deed het steeds niet.

Ik ben eigenlijk erg benieuwd geraakt naar het verhaal van de kolonisatie van de Engelsen. Hoe zijn die er toch in geslaagd om  de wereld ervan te overtuigen dat Engels de ‘universele taal’ is? In Zuid-Afrika braken er deze herfst rellen los in de Stellenbosch Universiteit, waarAfrikaans de voertaal is. Inzet van de rellen was dat Afrikaans of de sprekers van Afrikaans discrimineerden. Het gebied waar Afrikaans wordt gesproken is ook de streek van de Xhosa. Een Xhosa meisje klaagde. Engels was tenslotte ook al niet haar moedertaal, maar ze accepteerde dat ze die taal op de universiteit moest gebruiken want het was ‘the universal language’. Afrikaans is in tegenstelling tot Xhosa een taal die geaccepteerd wordt als taal om wetenschappelijk te publiceren, maar het Xhosa meisje had niet speciaal een verlangen dat haar taal als zodanig zou worden geaccepteerd.

Muhammed zegt dat Tanzania in sommige opzichten beter is dan Kenia, de muziek is veel beter, maar hier in Kenia is de economie iets beter en dat komt omdat het onderwijs in Kenia in het Engels is en in Tanzania geheel in het Swahili. Kenia kan dus op deze manier internationaal makkelijker meedoen. Kenia is misschien wel een voorland voor Nederland dat ook zo happig is op Engels.

dinsdag 2 februari 2016

Er is heel veel wind. Dat is goed nieuws en slecht nieuws. Natuurlijk is het verfrissend in dit hete klimaat, maar van zeewind krijg je op een gegeven moment ook helemaal genoeg. Alles waait van tafel. Flessen met olie, papieren, zakjes met kruiden. De wind waait ook lekker door het gebouwtje in Anidan waar ik lesgeef. Afgelopen zaterdag was ik er alleen met de kinderen. Een bekende situatie. 10 kinderen rond mijn tafeltje terwijl ik nog probeer, in de wind, de documentatie van het project van de vorige keer op een groot vel te plakken. Of eigenlijk probeer ik eerst een groot vel te maken van een stuk of 10 A-viertjes want er is geen groot vel. Ik probeer streng te zeggen in mijn beste Swahili dat ik pas na mijn eigen werk tijd heb om ze te helpen, maar net als in Holland maakt mijn strengheid hier ook helemaal geen indruk. Dus lijkt die lieve dikke juf nu gewoon een beetje zuur. Carol, de mooie Afrikaanse juf met haar hippe outfits, die hier trouwens heel erg bekritiseerd worden, decolleté’s zijn hier nu eenmaal geen teken van ‘discipline’. Aan de andere kant: de vrouwelijke leerlingen hebben haar al gevraagd om tijdens de hoedenshow model te zijn voor hun hoed.
Carol was er nu nog niet en ook Corrie kwam later. Corrie heeft dit atelier vier of vijf jaar geleden opgezet en zij is vooral heel dol op Fawirma, een meisje van rond de zestien. Zo’n beetje haar kind. Fawirma is steeds first in class, trouwens in heel Lamu. Ze wil dokter worden en heeft een zusterskapje getekend in de eerste bijeenkomst als hoed. We zijn nu al een paar keer bezig geweest maar Fawirma is nog niet verder dan haar eerste tekening gekomen. Ik probeer haar een beetje te ondervragen. Alweer in mijn beste Swahili. Ze geeft geen sjoege. Op vallend hoe al die intelligente meisjes altijd dezelfde skeptische blik hebben. Ik herken al die andere meisjes uit groep acht die niet echt veel zin hadden in de kunstlessen maar heel goed wisten waar ze wel goed in waren. Als Corrie uiteindelijk komt, komt Fawirma los. Corrie helpt haar met een nieuw plan voor een hoed. Iets met een krans van bloemen van plastic folie. En inderdaad net als Corrie al zei heeft Fawirma gouden handjes. Ja chirurg, waarom ook niet?



Elke leraar heeft zijn eigen favoriet. Onesmus de leraar mandenmaker helpt het mooiste meisje van de klas die  met haar verveelde blik ook heel stereotype is voor het mooiste meisje. En ik krijg Esha niet van mij afgekleefd . De wind had haar hoedje dat buiten in de zon stond te drogen meegenomen en sindsdien krijgt ze een speciale behandeling. Net als Wayu die bijna het zelfde heet als mijn eigen kind en die in het begin zo verlegen was dat hij niet sprak, maar die nu vreselijk zijn best doet bij elke opdracht.
We zijn langs Ikhuan geweest. Een jonge schilder, misschien. Ikhuan was aan het uitrusten op zijn bed. Het huis dat als de meeste nog maar half af is had een enge trap die ik dus eerst op moest. Ikhuan zat op de hoogste verdieping van een stapelbed. Op de eerste verdieping lagen verschillende delen van Harry Potter. Zijn leeftijd kon ik moeilijk schatten. Iedereen is hier zoveel kleiner, maar Ikhuan nog meer vanwege zijn handicap . Hij heeft rechts een heel klein ongelukkig armpje. Toch zal hij wel zestien of achttien zijn, want hij heeft ook in Anidan gewoond en doet dat nu niet meer. Achter hem hing een prachtig nageschilderde foto als zelfportret van hem. Hij wilde wel meedoen met de workshop en vroeg ook om werk want dat had hij niet.

Er is hier toch best veel werk voor schilders. Alle winkels moeten van buiten geschilderd worden en de zeewind zorgt ervoor dat dat vaak opnieuw moet gebeuren. Het zal geen vetpot zijn, maar ik heb tot nu toe best veel schilders aan het werk gezien. Er zijn producten zoals Dola, meel, die een standaard embleem hebben dat steeds precies moet worden nageschilderd. Mpesa, het telefonische bankieren hier, kom je ook veel tegen op winkels maar dan telkens op een andere manier geschilderd. Andere winkels pakken meer uit. Captain Copycat van de kopieershop heeft een struisvogel op zijn muur, dat begrijp ik niet helemaal. Maar zijn kind houdt erg van dieren, hij had er dit weekend duiven voor gekocht, dat weet ik omdat ik probeerde uit te leggen dat mijn dochter Duifje heet (njiwa). Het is wel een hele mooie struisvogel.  De muren met afbladderende lagen die vorige schilderingen laten zien zijn misschien soms wel het mooist maar gelukkig voor de schilders vinden winkeliers dat niet.



Ik dacht dat het een goed idee was om Ikhuan het uithangbord voor de workshops en de tentoonstelling van de Junior Hat Contest in Cyber Gardens te laten schilderen. Dat vond Corrie ook. Het verbaasde me om de volgende dag een compleet afgeschilderd uithangbord (door haarzelf?) te vinden in het atelier van Anidan. Corrie durfde het gewoon niet aan om te vertrouwen op mij of op Ikhuan dat het uithangbord op tijd af zou zijn. En zij gaat nu voor anderhalve week naar Nairobi om haar eigen foto’s af te laten drukken. Het zijn hele mooie foto’s gemaakt in Maweni, de steengroeve, waar ik trouwens vorig jaar ook heb geschilderd.